Het Nederlands-Duitse initiatief “Werkgeverservice” is begonnen. Het maakt deel uit van het INTERREG-project “Arbeidsmarkt Noord”. Tot eind november 2017 stellen de
Landkreis Leer en de gemeenten Oldambt en Vlagtwedde in totaal tweeënhalf fte voor de uitvoering van het initiatief “Werkgeverservice” beschikbaar.
Doel van het project is het om scholieren, werkzoekenden en vakmensen te attenderen op de beroepsmogelijkheden aan beide zijden van de grens. Ondernemers uit onder
andere de Landkreis Leer en de provincie Groningen krijgen hiermee een adviesloket waar zij hun vraag op het gebied van scholing, werk en bijscholing gebundeld aan werkzoekenden kunnen
aanbieden.
Bedrijven kunnen zich laten adviseren rond de mogelijkheden van grensoverschrijdende personeelswerving en de bijzonderheden rond vacature- en
sollicitatieprocedures.
Werkzoekenden worden door één Duitstalige en twee Nederlandstalige projectmedewerkers geïnformeerd en begeleid bij het vinden van een passende baan.
Bernhard Bramlage, Landrat van de Landkreis Leer, ziet deze samenwerking als logische stap om als grensoverschrijdende regio economisch interessant te blijven voor
zowel ondernemers, jongeren als vakmensen.
De Gemeente Oldambt is vanuit de arbeidsmarktregio gevraag om als partner in deze op te treden. Volgens wethouder Bard Boon past het project prima binnen de
doelstellingen van de Arbeidsmarktregio (Oost-) Groningen.
Onderdeel van het grensoverschrijdend koepelproject Arbeidsmarkt
Dit project is één van in totaal vijftien projecten die in het kader van het recent opgezette grensoverschrijdende koepelproject "Arbeidsmarkt Noord" opgestart
zullen worden. Het koepelproject loopt nog tot eind 2017.
Doel van "Arbeidsmarkt Noord" is het verbeteren van de concurrentiepositie en de aantrekkelijkheid van de economische regio en het veiligstellen van de
beschikbaarheid van vakkundig personeel.
Het project ‘Werkgeversadvisering’ wordt met steun van de Eems Dollard Regio in het kader van het INTERREG V A-programma Duitsland-Nederland, mede met middelen van
het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken, de Niedersächsischen Staatskanzlei en de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân
gefinancierd.